Ooit las ik in de krant. Een verhaal.
Uiteraard een verhaal. De media
staat vol verhalen. Het verhaal ging
over een man die samen met zijn vrouw buiten aan het eten was. Plots viel daar op de tafel, net tussen hen
in, een enorm ijsblok. Yeps. Legit.
Afkomstig van een overvliegend vliegtuig.
Dit gebeurt namelijk ziet u. Ik zal u ook verklaren waarom. Tenminste, ‘wetenschap.infonu.nl’ verklaart u
waarom: ‘Een vliegtuig dat fungeert als één groot vrieskern kan tijdens de
vlucht in een wolk miljoenen onderkoelde waterdruppeltjes invangen zodat op
bijv. de voorzijde van vleugels een dikke laag ijs kan ontstaan. In de
luchtvaart wordt vaker de term icing gebruikt.’ Stukken van deze laag kunnen in vlucht
verloren worden (dit ben ik weer) al is dit eerder uitzonderlijk (zei men op
het nieuws).
Je suis het verhaal hierboven. Je suis de man. Je suis de vrouw. Je suis de tafel. En alles wat me meesleurt, alle donkerte,
alle littekens, alle messen die mijn vlees verscheuren, vormen het ijsblok. Net zoals in het verhaal aanwezig om me soms
te verpletteren zoals het de tafel deed of om op een haar na mijn cellenkluster
te missen zoals het de man en de vrouw deed, om me al smeltende met zijn
walgelijke en genoegzame blik te verzekeren dat het er is.
Dat het er is en dat het nergens naartoe gaat. Dat het er is en dat het me zal sparen. Dat het er is en dat het me zal breken als een twijgje onder de reus zijn voet.
Dat het er is en dat het nergens naartoe gaat. Dat het er is en dat het me zal sparen. Dat het er is en dat het me zal breken als een twijgje onder de reus zijn voet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten